Kom zelf maar kijken
Hoe kreeg Jezus zijn eerste volgelingen? Van de vier evangelieboeken in de Bijbel vertellen er drie dat Jezus langs het meer van Galilea liep en tegen jongens uit vissersgezinnen zei: volg mij! Het verhaal vertelt dat ze op slag alles achterlieten en hem volgden. In de kerk zingen we daar mooie liederen over (‘Jezus die langs het water liep’), maar ik kan me voorstellen dat je als ouders niet blij bent als je tienerjongens op die manier bij een beweging terecht komen.
Het vierde evangelieboek, van Johannes, vertelt een heel ander verhaal. Johannes de Doper is met een groepje leerlingen ergens bij de Jordaan. Jezus komt voorbij, en Johannes zegt: ‘Kijk, het Lam van God’. Twee leerlingen van Johannes, blijkbaar geïntrigeerd, lopen achter Jezus aan. Die draait zich om en vraagt: wat zoeken jullie?
Ja, wat zeg je dan? Hun reactie is: Meester, waar verblijft u?
Ik kan me zoveel andere vragen voorstellen: Waar gaat u heen? Wat gaat u doen? Waarom wordt u Lam van God genoemd? Wat is uw beroep? Verdient dat goed? Van welke religieuze stroming bent u? Maar ze vragen: Waar verblijft u? Wat is de plek die je ‘thuis’ noemt? Waar ben je bij jezelf?
Nergens in de evangelieboeken wordt een ‘thuis’ van Jezus beschreven. Niemand weet of hij een woning had, een kamer huurde, een gezin onderhield. Als regelmatig huisbezoeker weet ik dat een huiskamer veel zegt over de bewoners: er hangt een sfeer, er is balans of onbalans, je voelt je er wel of niet op je gemak. Je kunt het vaak niet benoemen, maar de plek waar iemand thuis is, heeft iets van de ziel van die persoon. Het is elke ochtend het vertrekpunt, elke avond het rustpunt van iemands bestaan. Geen gekke vraag dus: waar verblijft u?
En Jezus antwoordt: Kom en zie. Dus: Kom zelf maar kijken. Voel maar, proef maar, trek je eigen conclusies. Het verhaal vertelt niet wat ze zagen en ook niet waar het was. Het zegt dat ze bleven, en dat ze vervolgens ook anderen vertelden wat ze hadden gevonden.
Waar woonde Jezus? Ik weet zeker dat de evangelist Johannes, die het verhaal vertelt, geen huisadres in gedachten had en ook niet het interieur van een huiskamer of woonkeuken. Johannes heeft een door en door spirituele visie op Jezus. Als je hém zou vragen waar Jezus thuis is, durf ik er veel om te verwedden dat hij zou antwoorden: in God. Niet tussen vier muren maar in het hart van de Eeuwige. God is niet zijn werk of zijn baan, maar zijn rust, zijn lust en zijn leven. Hij is in God en God is in hem.
Ik vind het heerlijk dat Jezus daar geen preek over houdt, maar gewoon zegt: Kom zelf maar kijken. Trek met me op en maak het mee. Wees bij me als ik niet aan het werk ben, ervaar dat ik thuis ben in God, dat ik woon in zijn goedheid.
In De Ark beleven we deze zondag de ‘wisseling van de wacht’ in de kerkenraad: een aantal ouderlingen, diakenen en kerkrentmeesters legt na jaren van vrijwillige arbeid het ambt neer, een aantal andere gemeenteleden pakt het op. Ik wens de vertrekkende mensen toe dat ze thuiskomen in vrede en goedheid, in God. Ik wens de aantredende mensen toe dat ze de ervaring van die twee leerlingen uit het boek van Johannes opdoen: dat ze in allerlei situaties en medemensen Christus zien langskomen en dat ze dan nieuwsgierig worden. Dat ze op huisbezoek gaan, niet als mensen die het weten maar om te ontdekken: oh, woont God híér!
21 januari 2022, Piet van Veldhuizen
Gerelateerd:
- Kerk op maat
- Een verruimd en vernieuwd Godsbeeld
- Een heilig rollenspel
- Tomas Dubbelman
- Waar het hart vol van is
- Heb je vijanden lief (maar hoe doe je dat?)
- Water en wijn
- Liefde, het nu, de neus en de eeuwigheid
- Liefde, o help!
- Bekijk meer columns