Meer tussen hemel en aarde (16): Soms word je geroepen

SOMS WORD JE GEROEPEN

Vandaag hebben in De Ark de tweejaarlijkse ‘wisseling van de wacht’ van de kerkenraad. Dat gebeurt plechtig, in de kerkdienst. We zeggen dan dat je ‘geroepen wordt’ tot het ambt van ouderling, diaken of kerkrentmeester. Je wordt gewoon door mensen gevraagd, maar je reageert omdat die vraag je op een diep niveau raakt. Je voelt je geroepen.

We lezen daarbij het bekende miniverhaal over Jezus die langs de oever loopt en de zonen van twee vissers roept om hem te volgen – en ze laten meteen hun netten liggen en volgen hem, zegt Marcus in zijn evangelie. Is het echt zo gegaan? Het evangelieboek van Johannes vertelt een heel ander verhaal: die jongens zijn zelf op zoek, ze wijzen elkaar op Jezus, de één neemt de ander mee. Uiterlijk zijn het twee heel verschillende verhalen, maar innerlijk gaat het over hetzelfde: dat iets je roept, of iemand, en dat je hart reageert. Dat je niet zomaar in de tredmolen van je bestaantje blijft kuieren, maar een stap zet die met je diepe bestemming te maken heeft. Al heb je misschien nog lang geen idee wat die bestemming is.

Het heeft ook iets te maken met onze diepe onderlinge verbondenheid: je bent niet een eenzame enkeling, er lopen zoveel lijntjes. Ik hoor soms van mensen dat ze in een droom een noodkreet van een ander opvingen, op grote afstand, en dat bleek dan echt te kloppen: die ander roept je via het onderbewuste. En wat heel veel mensen kennen: je denkt opeens aan iemand, je weet niet waarom, en een moment later belt precies die persoon. Dus je was al verbonden en je werd ‘binnendoor’ al geroepen voordat de bel ging. In vroeger eeuwen kwam het geregeld voor dat twee mensen op hetzelfde moment zo sterk aan elkaar moesten denken dat ze elkaar een brief gingen schrijven, maar dat ontdekten ze pas weken later als de post aankwam.

Als kind oefende ik een tijdje met het stilletjes roepen van anderen op afstand. Dan zat mijn vader in de ouderlingenbank voorin de kerk, ik kon hem van terzijde zien, en dan concentreerde ik me heel sterk op hem om hem te laten opkijken, mijn kant op. Daar kun je heel bedreven in raken en heel soms, als het echt nodig is, gebruik ik het nog. Als het werkt kun je nooit bewijzen dat het geen toeval was – maar dat geeft niet als het werkt..

Die verbondenheid die zoveel manieren van ‘roepen’ mogelijk maakt, zegt mij vandaag dat ik er niet voor mezelf alleen ben. We zijn samengesteld uit organismen (cellen), we zijn elk voor zich grote organismen, maar samen vormen we ook een levensgeheel, een groot organisme. Niemand is er puur voor zichzelf, en alleen in onderling verband kunnen we goed uit de verf komen. In dat verband speel je een unieke rol en die kun je het beste met verve spelen.

Ik stel me zo voor dat een van die jongens in het evangelieverhaal met de netten in de hand naar de bergen stond te staren. Hij zou visser zijn want dat was zijn vader ook, net als zijn opa. Hij zou de boot moeten delen met zijn broer, of een van hen zou een nieuwe moeten bouwen. Hoeveel vissers kon het meer hebben? Zou de wereld niet groter zijn dan deze plek en deze bestemming? Toen kwam daar die man langs. Zijn blik zei ‘Kom je?’

Dat was het moment om de sprong te wagen.

21 januari 2018, Piet van Veldhuizen

Rupert Sheldrake heeft veel onderzoek gedaan naar ’telefoontelepathie’ (dat je al denkt aan degene die jou belt) en ook naar het feit dat je soms kunt voelen dat iemand naar je kijkt. Zie zijn boek ‘The Sense of Being Stared At’



Gerelateerd:


 

Nieuwsbrief Ark op koers



  • Snel contact:

    06 - 383 041 09


    E-mail: ds@dearkonline.nl

  •  
  • Kerkdiensten:

    Elke zondag 10:00 uur


    Adres: Olijfgaarde 12 Hendrik Ido Ambacht

  •  
  • Collectebonnen:

    Bestel collectebonnen

  •  
  • Volg De Ark op:

     


  •