Meer tussen hemel en aarde (19): Huisdierenhemel en darmfauna

HUISDIERENHEMEL EN DARMFAUNA

Komen huisdieren in de hemel? Dat is een vraag die kinderen van gelovige ouders telkens weer stellen als ze hun dode hamster of parkietje begraven. Soms verwijzen die ouders hun kinderen voor een antwoord door naar de dominee. Die weet dat immers. Zo kwam een paar weken geleden dat thema weer eens ter sprake in een kleine groep 10-12 jarigen. We waren het er snel over eens dat ‘de hemel’ ook maar een manier van zeggen is. Dat onze voorstellingen van wat er achter de dood is heel onbeholpen zijn. Maar hoe dan ook, vonden ze, het zou wel eerlijk zijn als er voor de konijnen en katten ook een plekje was in het eeuwig licht.

Daar heeft de christelijke traditie een probleem. In onze geloofsvoorstellingen gaat het uiteindelijk alleen over God en de mensen. We waarderen de schoonheid van de natuur, we verwonderen ons over de rijkdom van de schepping – de films van David Attenborough worden in Nederland steevast door de Evangelische Omroep uitgezonden. Inmiddels kunnen steeds meer traditionele christenen goed uit de voeten met de evolutietheorie. Maar bij de ultieme vragen van leven en dood, verlossing en eeuwigheid, hoe verschillend we er onderling ook over denken, gaat het over God en mens. God mag engelen meebrengen, maar de mens staat er alleen. Zonder dieren, zonder planten. Alsof die alleen de stoffering vormen van het aardse huis dat God voor mensen heeft gemaakt.

Twee schrijvers hebben me daarover in de laatste jaren aan het denken gezet. De katholieke theoloog/paleontoloog Teilhard de  Chardin ziet heel de kosmos als een zich-ontwikkelend geheel. Het begon met de oersoep, toen begon de kristalvorming als een zelf-ordenende beweging, daarna het leven en de celvorming, de clustering van cellen tot organismen, een begin van bewustzijn – het reflexieve bewustzijn van de mens is daarvan vooralsnog de verste ontwikkeling. Maar volgens Teilhard hebben we dat bewustzijn als het ware namens het geheel: wij zijn de ogen waarmee de schepping naar zichzelf kan kijken. Als we voor God staan, dan altijd mét heel de kosmos waarvan we voorlopig als het ware de toespitsing zijn. En met het besef dat we niet het eindpunt zijn van de ontwikkeling.

 

En dan is er Isaac Asimov, de SF-romanschrijver die in zijn Foundation-serie een planeet Gaia opvoert waarop alles wat er is een bewustzijnsveld met elkaar deelt waarin rotsen, planten, dieren en mensen elkaar gewaar zijn, elkaars pijn en angst en genot voelen: de rotsen als levenloze kristalvorm komen maar heel zwak door, maar hoe ontwikkelder de levensvorm is, hoe heviger die de vibraties van al het andere waarneemt. Waardoor al wat leeft met al het andere meeleeft en zich diep verantwoordelijk voelt voor het welbevinden van het geheel. Het is maar een verhaal en Asimov staat niet op mijn lijstje van grote denkers, maar toen ik dit verhaal las, ervoer ik het heel direct als waarachtig, als iets dat ik net wel of net niet uit ervaring ken. Wat zou ik dit levensbeeld graag integreren in mijn christelijke geloofswereld!

Er is nog een heel andere invalshoek. Recent onderzoek naar onze darmen toont aan dat de duizenden soorten bacteriën die daar huizen medebepalend zijn voor ons zelfgevoel, ons humeur en onze persoonlijkheid. Zonder die bacteriën, miljarden eencellige dieren, ben je geen mens. Heel je stofwisseling is zonder deze medeschepsels ondenkbaar. Wat we darmflora noemen is eigenlijk darmfauna en heel dat dierenpark hoort onlosmakelijk bij wie je bent. You never walk alone, denk ik dan, en iedereen heeft het volste recht om in majesteitsmeervoud te spreken: wij allen, Piet van Veldhuizen… Als ik nu vraag of die bacteriën ook in de hemel komen, mag je dat best een flauw geintje vinden. Maar de vraag is wél hoe al wat bestaat meegenomen kan worden in een gelovig beeld van ‘waar het heen gaat’.

11 februari 2018, Piet van Veldhuizen

De ideeën van Pierre Teilhard de Chardin vind je in zijn boek ‘Het verschijnsel mens’ dat al in 1963 in het Nederlands verscheen.
Isaac Asimov schrijft over Gaia in hoofdstuk 17 van het boek Foundation’s Edge uit 1982.
Over de darmflora heb ik veel geleerd uit het boek van Julia Enders: De mooie voedselmachine, dat in het oorspronkelijke Duits veel mooier heet: Darm mit Charme.



Gerelateerd:


 

Nieuwsbrief Ark op koers



  • Snel contact:

    06 - 383 041 09


    E-mail: ds@dearkonline.nl

  •  
  • Kerkdiensten:

    Elke zondag 10:00 uur


    Adres: Olijfgaarde 12 Hendrik Ido Ambacht

  •  
  • Collectebonnen:

    Bestel collectebonnen

  •  
  • Volg De Ark op:

     


  •