Meer tussen hemel en aarde (30): Communiceren
Als kind zat ik tijdens de lange kerkdiensten in onze streng-protestantse kerk dikwijls te bladeren in mijn psalmboekje. Daar stonden behalve liederen ook onderwijzingen in, lange teksten die werden voorgelezen bij diverse liturgische gelegenheden. Eén van de zinnetjes die me steeds weer fascineerden, was in de aanwijzingen voor het vieren van het heilig avondmaal – dat is de rituele maaltijd waarin we herbeleven hoe Christus in brood en wijn zichzelf uitdeelt. Ik las daar: “Terwijl men communiceert, zal men stichtelijk zingen”. Communiceren, daarmee werd het uitdelen en ontvangen van brood en wijn bedoeld: voor iedere deelnemer een stukje brood en een slokje uit de grote beker. Ik de rooms-katholieke traditie heet het ook nog steeds ‘communie’.
Communiceren: letterlijk betekent dat ‘gemeenschap hebben’ of ‘gemeenschappelijkheid beoefenen’. Door allemaal een stukje van dat ene brood tot je te nemen en uit die ene beker te drinken, verbeeld je dat je bij elkaar hoort en één bent. Vandaag vieren we ook in De Ark weer het heilig avondmaal en ik ben daar altijd weer van onder de indruk: niet dat we als club van gelijkgezinden onze eenheid vieren, maar juist dat mensen die onderling zó verschillend zijn (in religieuze overtuigingen, politieke oriëntatie, maatschappelijke status, levenskeuzes) samen in de rij lopen om zich met dat ene brood te laten voeden en die beker te delen.
Maar communiceren betekent hier ook nog iets anders: eten en drinken is, altijd, het binnenlaten van het andere. Je laat je voeden door wat anders is dan jij. Symbolisch laat je je in het avondmaalsritueel voeden door de Christushouding, een ruimhartige en vergevende liefde die je van nature vaak niet eigen is, maar die je wel binnenlaat om deel van je natuur te worden. Maar ook heel letterlijk: de cellen van je lichaam worden doorlopend vervangen door nieuwe, en die laat je opbouwen uit wat je eet, uit wat niet ‘jij’ is. Het andere gaat deel uitmaken van jou, en de Andere gaat deel uitmaken van je wezen.
Door te eten en adem te halen vermengen we voortdurend al het andere met onszelf, communiceren we met alles wat leeft, beoefenen we een diepe eenheid met wat ons omgeeft. Zo bezien bestaat er geen isolement, en zelf vind ik dat altijd weer een troostende en vrolijke gedachte. Alles loopt in elkaar over en ik ben daar deel van, en dat alles wordt (zo geloof ik) bezield door de levensenergie van God.
We communiceren graag met mensen die op ons lijken, met wat hetzelfde is als wij, maar levenscommunicatie is nu juist het toelaten van wat anders is. Vandaag lezen we daarom uit de Bijbel teksten waarin dieren en dingen worden opgesomd, teksten die uitnodigen om goed om je heen te kijken, verschillen te zien, het andere te leren kennen. In consumptieland maken we datgene waarmee we ons voeden, liefst onherkenbaar: visstick, kroket, groenteburger. Het goed kijken en goed luisteren laten we aan de industrie over, en we vinden het prima dat de ingrediëntenlijstjes op de verpakkingen onleesbaar klein gedrukt zijn. We willen vaak niet weten met wat en wie we communiceren. Jammer, want daarmee doe je jezelf en je medeschepselen tekort. Het scheelt ook zoveel plezier!
24 juli 2018, Piet van Veldhuizen
De Bijbelteksten waarnaar ik in de laatste alinea verwijs zijn Leviticus 11 : 1-23 en 1 Korintiërs 15 : 35-44a.
Gerelateerd:
- Kerk op maat
- Een verruimd en vernieuwd Godsbeeld
- Een heilig rollenspel
- Tomas Dubbelman
- Waar het hart vol van is
- Heb je vijanden lief (maar hoe doe je dat?)
- Kom zelf maar kijken
- Water en wijn
- Liefde, het nu, de neus en de eeuwigheid
- Bekijk meer columns