Meer tussen hemel en aarde (34): Geloven in of geloven dat

‘Geloof jij?’
‘Ik geloof van wel..’
‘Niet te geloven!’

Alles draait in een religieuze gemeenschap om geloof. Maar wat doen mensen als ze geloven? Het is eigenlijk een nogal onhandig woord: geloven. Het zorgt voor veel spraakverwarring, binnen en buiten de kerk. Nu we in De Ark weer een nieuw activiteitenseizoen opstarten, is het misschien wel nuttig om bij dat woord een paar opmerkingen te maken.

Het helpt om eerst maar eens twee manieren uit elkaar te houden waarop je het woord ‘geloven’ kunt gebruiken: geloven in en geloven dat.

Je kunt zeggen: ‘Ik geloof dat God bestaat.’ Dan bedoel je dat je denkt dat God bestaat, of dat je daarvan overtuigd bent. Dat hoeft geen enkel gevolg te hebben voor je gedrag. Je kunt geloven dat de aarde plat is en toch gewoon naar Australië vliegen. Geloven dat gaat over overtuigingen, over de theorie die je aanhangt. Geloven dat iets zo-of-zo is kun je doen met je hoofd. En anderen kunnen dan vinden dat je niet goed bij je hoofd bent.

Je kunt ook zeggen: ‘Ik geloof in God’. Dan bedoel je niet dat je een theorie over God hebt, maar dat je leeft in verbondenheid met God. Als je zegt dat je gelooft in je kind, bedoel je niet dat je ervan overtuigd bent dat je kind bestaat. Je bedoelt dan dat je je kind krediet geeft, dat je er fiducie in hebt. ‘Ze haalt misschien geen beste cijfers op school, maar ik geloof in haar!’ – dan bedoel je dat je haar niet laat vallen: ze kan op je rekenen en jij blijft op haar rekenen. Geloven in gaat over verbondenheid, trouw, je met hart en handen aan iemand of iets verbinden. Wie zegt ‘Ik geloof nog steeds in de democratie’, maar bij de verkiezingen thuisblijft, die heeft iets uit te leggen. Wie zegt dat hij in Jezus gelooft maar er niet naar leeft, heeft ook iets uit te leggen.

Dus: geloven dat.. gaat over een overtuiging (theorie), geloven in.. gaat over een levenswijze (praktijk). En een geloofsgemeenschap moet het van dat laatste hebben. Niet dat je precies weet hoe het allemaal zit, maar dat je je verbindt aan God en zijn wereld. Als je gelooft in een God van liefde, laat je het betonen van die liefde niet lekker aan God over (want die was daar toch van..) maar belichaam je dat in je eigen doen en laten, in je hele manier van zijn.

Soms hoor ik zeggen: geloven doe je als je geen bewijs hebt. Je kunt het niet zeker weten, dus moet je het maar geloven. Dat gaat ook over geloven dat. Geloof is dan iets tussen twijfel en zekerheid in: je denkt van wel, maar wie weet klopt het niet. Ik denk dat er bij geloven dat.. altijd ruimte voor twijfel moet blijven. Ik heb zelf natuurlijk mijn eigen ideeën over God en de wereld – vanuit de Bijbel, vanuit mijn levenservaring, en ik blijf altijd studeren en zoeken naar hoe het zit. En toch denk ik dat het allemaal nog heel anders kan blijken te zijn dan ik nu denk. Als ik ooit vanuit dit leven het gordijn passeer naar de wijdere werkelijkheid, zal ik tot mijn verrassing ontdekken dat ik geen idee had van hoe het echt was..

Twijfelen hoort bij geloven dat zoals aarzelen hoort bij geloven in. Gelovigen die nooit twijfelen of aarzelen, maken de wereld meestal niet veiliger en liefdevoller. Gelovigen die met hart en ziel vorm geven aan liefdevolle verbondenheid – daar kunnen we er nog heel veel van gebruiken, welke theorie over God ze er ook op na houden.

8 september 2018, Piet van Veldhuizen

De gekleurde afbeelding toont een olieverfschilderij van José de Ribera uit 1652 getiteld ‘Jezus en de schriftgeleerden’ . De cartoon is te vinden op de website van de tekenaar www.hargrijs.nl.



Gerelateerd:


 

Nieuwsbrief Ark op koers



  • Snel contact:

    06 - 383 041 09


    E-mail: ds@dearkonline.nl

  •  
  • Kerkdiensten:

    Elke zondag 10:00 uur


    Adres: Olijfgaarde 12 Hendrik Ido Ambacht

  •  
  • Collectebonnen:

    Bestel collectebonnen

  •  
  • Volg De Ark op:

     


  •